Kansen voor Interregionale Mobiliteit voor de Vlaamse arbeidsmarkt |
![]() |
Vlaanderen kent een bijzonder krappe arbeidsmarkt, met een werkzaamheidsgraad van 75,3% in 2021 (Steunpunt Werk, 2022a), in tegenstelling tot het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (62,2%) en het Waals gewest (werkzaamheid van 65,2%). Ondanks de krapte in Vlaanderen en hoge werkloosheids- graden in Brussel en Wallonië, blijft het aantal Walen en Brusselaars tewerkgesteld in Vlaanderen laag. Naar aanleiding hiervan voerden IDEA Consult en HIVA KU Leuven een studie uit. In deze studie worden interregionale tewerkstellingszones vormgegeven; dit zijn zones waar nog potentieel is om de interregionale mobiliteit uit te breiden. Deze zones werden afgebakend aan de hand van een analyse van de huidige pendelstromen tussen de verschillende gewesten en een analyse van de vraag- en aanbodzijde van de arbeidsmarkt. Als resultaat werden drie zones geselecteerd: Brussel – Halle-Vilvoorde, Doornik-Moeskroen – Ieper, Roeselare & Kortrijk en Luik – Hasselt & Tongeren. Brussel – Halle-Vilvoorde, Doornik-MoeskroenEr is reeds een grote pendelstroom van de Brusselaars richting Vlaanderen. In 2019-2020 pendelden 51 533 (loontrekkende) Brusselaars richting naar Vlaanderen of 15,4% van de loontrekkende Brusselse bevolking. Er zijn interessante sectoren om de pendel uit te breiden, namelijk de horeca, handel en verkoop, dienstverlening, transport en logistiek, administratie en industrie en ambachten. Deze sectoren hebben veel vacatures en komen terug in de keuzes van de Brusselse werkzoekenden. Uit de data en de enquête blijkt dat de mondelinge kennis van het Nederlands bij Brusselse werkzoekenden beperkt blijft. Maar op de werkvloer wordt al veel Frans gesproken, waardoor het voor Franstalige Brusselaars makkelijker wordt om deze bedrijven te integreren. Doornik-Moeskroen – Ieper, Roeselare & KortrijkEr is reeds interregionale mobiliteit, maar zeker nog potentieel om deze uit te breiden in de regio. Er zijn veel vacatures in deze regio en er is een pool van werkzoekenden in Doornik-Moeskroen. De interessante sectoren met een grote vraag naar nieuwe werknemers in deze wijken zijn industrie en ambacht, horeca, handel en verkoop, transport en logistiek, dienstverlening en bouw. Dit zijn ook sectoren waarin werkzoekenden in Doornik-Moeskroen willen werken. In veel West-Vlaamse bedrijven zijn al veel Franstaligen (ook Noord-Frans). Enerzijds is dat een stimulans om Walen aan te werven, maar sommige bedrijven geven ook expliciet aan dat ze het evenwicht tussen Nederlandstaligen en Franstaligen willen behouden. Luik – Hasselt & TongerenHasselt en Tongeren ontvingen in 2019 ongeveer 4.200 Waalse werknemers, minder dan West-Vlaanderen dus. Het potentieel in deze regio is groot, want de pool van werkzoekenden in Luik is omvangrijk. Er zijn vier interessante sectoren om het woon-werkverkeer uit te breiden: handel & verkoop, diensten, industrie & ambachten en transport & logistiek, dankzij de vele vacatures en de bereidheid van Waalse werkzoekenden om in deze sectoren te werken. Tot slot komen een aantal beleidsaanbevelingen uit te studie ter bevordering van interregionale mobiliteit. Zo kunnen zowel werkzoekenden als werkgevers ondersteund worden bij hun verschillende drempels. Ook een intensievere samenwerking tussen VDAB, Actiris en Forem zou de interregionale mobiliteit vergemakkelijken.
|



