Hoe kan stadslandbouw de toekomst van uw vastgoedprojecten beïnvloeden? |
![]() |
In 2050 zal de wereldbevolking 9,6 miljard mensen tellen waarvan driekwart in de stad zal wonen. Zo ook zal binnen 100 jaar twee derde van de landbouwgrond verdwenen zijn. Hoe kunnen we dan aan een essentiële behoefte tegemoetkomen: onze gemeenschappen voeden? Vooral omdat sommigen zoals Sara Menker binnen minder dan 10 jaar een voedselcrisis voorspellen.
In die context is het gebruik van de grond voor de lokale voedselproductie een reële uitdaging, vooral in Brussel waar de Good Food-strategie is ingevoerd maar op zoek is naar groeimogelijkheden om haar doelstellingen te bereiken (tegen volgend jaar 30% van het voedsel lokaal produceren). Dat is echter direct in strijd met de behoefte de grond te gebruiken voor de huisvesting van het steeds groeiend aantal inwoners.Tenzij de stadslandbouw in het ontwerpstadium van het vastgoedproject wordt geïntegreerd. Een dergelijke integratie vereist een aantal convergentiepunten.
Het eerste convergentiepunt tussen de stadslandbouw en vastgoedontwikkeling is dat de stadslandbouw zich overal kan integreren, niet alleen op de daken zoals algemeen wordt aangenomen. Zo kan een kelder dienen als champignonkwekerij, kunnen particuliere tuinen collectief worden beheerd, kunnen niet alleen de daken maar ook de gevels zich lenen voor de teelt van gewassen in verschillende vormen. Terwijl vastgoedontwikkelaars intensieve teelt vaak zien als een bron van vastgoedproblemen (waterinfiltraties, te verstevigen structuur, enz.), bieden zich thans tal van alternatieve oplossingen aan om deze dimensie in hun vastgoedproject te integreren.
Het tweede en wellicht belangrijkste convergentiepunt is van financiële aard. Een vastgoedproject dat de stadslandbouw integreert, rendeert niet alleen beter maar houdt ook minder risico's in dan zijn concurrenten. Behalve de voordelen van een grotere bebouwbaarheid of van een vlottere uitreiking van de stedenbouwkundige vergunningen, wat direct blijkt uit de balans van het project, betekent de integratie van de stadslandbouw dat belangrijke economische actoren tegen lage kosten nu al bij de toekomst worden betrokken. Steunend op de Good Food-strategie wil het Gewest de stadslandbouw een plaats geven in het stedelijk weefsel en meent op termijn zelfs GLB subsidies te kunnen genieten door de nodige voorwaarden te vervullen. Zodra deze Europese subsidies in het Gewest kunnen worden toegekend, zullen ze een activiteit consolideren die deel uitmaakt van het vastgoedprogramma.
Dan zou de vraag kunnen rijzen: wat is de huurprijs die een projectontwikkelaar kan verwachten van een bewoning van het type "stadslandbouw"? Kan dat een extra inkomstenbron zijn voor het project? Vooralsnog niet, want de stadslandbouwprojecten zijn nog op zoek naar hun bedrijfsmodel, wat niet wegneemt dat sommige zeer goed functioneren. Maar kan de benadering in de toekomst worden veralgemeend? Absoluut! In een logica van nul afval en van lokale voedselproductie om voedselschandalen te bestrijden, willen de consumenten streekproducten, voedsel dat afkomstig is van de korte keten, voedsel dat ze kennen en dat ze zelfs hebben helpen kweken. Wegens plaatsgebrek werd nog altijd niet aan hun behoefte tegemoetgekomen. Er moet ook werk worden gemaakt van de logistiek om de producten even regelmatig en gemakkelijk te kunnen leveren als de huidige distributiecentra. Deze logistieke benadering maakt ook deel uit van een reflectie binnen het Gewest, want in correlatie met de stadslandbouw zouden zich ook nieuwe logistieke activiteiten kunnen ontwikkelen.
Ten slotte, om terug te komen tot de loutere vastgoedbenadering, zijn er de diepe aspiraties van de klant die zijn nieuw appartement gaat kiezen. De bewustwording van de beperkingen van ons huidig groeimodel wordt steeds sterker. Sommige klanten zien de toekomst zeer somber tegemoet met zelfs een mogelijke “inzinking” als we naar de meer pessimistische theorieën luisteren. Deze personen die steeds talrijker zijn onder alle sociale klassen (zoals blijkt uit het succes van de recente klimaatmarsen) zullen hun keuze allicht laten vallen op een project dat een activiteit van stadslandbouw aanbiedt, dat een gevoel van betrokkenheid creëert tussen de bewoners van een gebouw, dat een sterkere veerkracht bevordert ten opzichte van de vele crisissen die zich kunnen voordoen. Hun keuze zal snel gemaakt zijn omdat ze een alternatief krijgen aangeboden dat vrij is van elk schuldgevoel, namelijk een keuze die huisvesting combineert met milieuzorg.
Zo ontpopt de standslandbouw zich thans als een onmisbare hefboom voor de stedelijke strategieën en marktvraag om een interessanter, aantrekkelijker en winstgevender vastgoedaanbod te ontwikkelen.

Klanten
- Brusselse overheid